Schematherapie
Schematherapie is een integratieve psychotherapie, ontwikkeld door Jeffrey Young, een Amerikaanse psycholoog. Schematherapie combineert theorie en technieken uit eerder bestaande therapieën, waaronder cognitieve gedragstherapie, psychoanalytische objectrelatietheorie, hechtingstheorie en gestalttherapie.
Met schematherapie leer je je eigen schema's, overtuigingen en denkpatronen kennen. Schema's bepalen hoe je kijkt naar jezelf, naar anderen en de wereld om je heen.
Het uitgangspunt bij schemagerichte therapie is dat bepaalde (vroege) ervaringen in combinatie met iemands temperament hebben geleid tot bepaalde schema's. Schema's bepalen hoe je kijkt naar jezelf, naar anderen en naar de wereld om je heen. Voor de manier waarop je kijkt naar jezelf en anderen is de kiem dus gelegd in je kindertijd en is verder gegroeid door hetgeen je daarna hebt meegemaakt. De zo ontwikkelde schema's voelen vertrouwd aan. Ervaringen worden vaak zodanig aangepast dat ze de juistheid van schema's bevestigen. Er zijn achttien schema's gevonden die in verschillende mate bij iedereen aanwezig zijn.
In situaties waarvoor iemand gevoelig is, worden de schema's geraakt. Omdat die juist iemands kwetsbare plekken vormen en daardoor veel emotie oproepen, reageren mensen vaak fel. Ze reageren te boos, voelen zich te verdrietig, te bang of te blij. Dit kan leiden tot gedrag waarvan iemand uiteindelijk last krijgt. Schema's worden ook wel valkuilen genoemd. Sommige mensen geven zich over aan hun schema's en vinden manieren om de pijn die zij daardoor voelen te vermijden of uit te doven. Anderen overschreeuwen zichzelf, waardoor ze niets meer hoeven te voelen. Zij gaan bijvoorbeeld nog harder werken dan ze al deden. Ze gaan nog meer hun best doen.
Boek over schematherapie: Young, J.E. & Klosko, J.S., Weishaar, M.E. (1999). Leven in je leven. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.